ALKMAAR - Een politieagent die op woensdag 4 december 2019 heeft geschoten op twee vluchtende jongemannen, wordt niet vervolgd. Dat heeft het Openbaar Ministerie in Noord-Holland besloten. Het schietincident vond plaats nadat het tweetal had ingebroken in de dienstauto van de agent.
Na onderzoek, dat is uitgevoerd door de afdeling Veiligheid Integriteit en Klachten (VIK) van de politie, komt de officier van justitie in Noord-Holland tot de conclusie dat de agent zijn vuurwapen niet had mogen gebruiken. Een beroep op noodweer is hier niet op zijn plaats. De man wordt niet strafrechtelijk vervolgd. Het OM vindt een andere afdoening meer passend. Hierbij speelt mee dat het gaat om een politieagent, waarvan wordt verwacht dat als dat nodig is, hij of zij geweld gebruikt. Een verkeerde inschatting kan in bepaalde omstandigheden beter op een andere manier dan het strafrecht worden opgelost, en in dit specifieke geval binnen de politieorganisatie zelf. Daarnaast speelt het mee dat er niemand gewond is geraakt.
Wat er die dag gebeurde
De agent had die dag zijn dienstauto geparkeerd aan de Laan van Brussel in Alkmaar en was op huisbezoek. Terugkerend naar zijn dienstauto, zag hij twee mannen weglopen met zijn politiejas en vest. Hij riep: ‘Stop politie!’, maar de mannen renden weg. Vervolgens heeft de politieman in totaal vijf keer geschoten.De mannen lieten de politiekleding achter en gingen ervandoor. Zij raakten niet gewond en werden op 21 december 2019 aangehouden. Het gaat om een inmiddels 19-jarige man en inmiddels 22-jarige man. Zij hebben de auto-inbraak bekend en zullen zich hiervoor voor de rechter moeten verantwoorden.
Na het vuurwapengebruik van de agent is er een onderzoek ingesteld door de afdeling Veiligheid Integriteit en Klachten (VIK) van de politie. De agent verklaarde dat hij zich tegen de verdachten had willen verdedigen en dat hij wilde voorkomen dat zij er met zijn politiekleding vandoor gingen. In zijn ogen vormden zij bovendien een gevaar voor de omgeving.
Beslissing OM
De rechtmatigheid van het gebruikte politiegeweld van de agent is getoetst aan de politiewet, de Ambtsinstructie voor de politie, het wetboek van strafrecht en een onderdeel van de stelselwijziging geweldsaanwending. De conclusie is dat de agent zich niet kan beroepen op noodweer en in deze situatie had hij zijn vuurwapen niet mogen inzetten voor aanhoudingsvuur. Wanneer verdachten zich proberen te onttrekken aan een aanhouding, mag er alleen geschoten worden door de politie als er sprake is van een ernstig geweldsmisdrijf of wanneer sprake is van een verdenking van een strafbaar feit waar minimaal 4 jaar gevangenisstraf op staat én de verdachten een gevaar vormen. Uit het onderzoeksdossier komt naar oordeel van het OM niet naar voren dat hiervan sprake was. Dit betekent dat de agent zijn vuurwapen niet had mogen gebruiken.
Het OM heeft besloten de agent niet te vervolgen omdat kijkend naar alle feiten en omstandigheden maatregelen getroffen door de politieorganisatie als werkgever passender wordt bevonden dan een afdoening binnen het strafrecht .