NOORD HOLLAND - De griepepidemie, die ons land heeft getrokken sinds half december, breidt zich verder uit. Dat meldde onderzoeksinstituut Nivel gisteren.
Om ons heen is dit ook te merken: veel mensen meldden zich ziek op scholen en bij bedrijven. Maar hoeveel weten we nu eigenlijk over de griep? NH Nieuws zet een paar fabels en feiten voor je op een rijtje.
In de winter heb je een lagere weerstand en daardoor heb je meer kans op griep.
Fabel. Het is wel zo dat het griepvirus vaker heerst in de winter dan in andere seizoenen, maar dat komt voornamelijk door een slechte luchtcirculatie binnenshuis. In de winter zitten mensen vaker dicht op elkaar, zodat het griepvirus zich makkelijker verspreidt van persoon naar persoon. Dit gebeurt via kleine druppeltjes in de lucht, die bijvoorbeeld ontstaan bij hoesten of niezen.
Lees ook: Aantal griepgevallen weer gestegen
Als je griep hebt, helpt antibioticum om er weer bovenop te komen.
Fabel. Griep is een virus en antibioticum werkt alleen tegen bacteriële infecties. Je kunt wel als gevolg van het griepvirus bacteriële infecties oplopen, omdat je weerstand door de griep verlaagd is. Soms krijg je dan antibioticum, maar niet altijd, omdat er dan kans is dat je resistent wordt tegen de antibioticum. Je dokter kan hier een goede inschatting van maken.
Van het griepvirus kan je geen buikgriep krijgen.
Feit. Het griepvirus, ook wel influenzavirus genoemd, is niet hetzelfde als het virus waarvan je buikgriep krijgt. Buikgriep wordt veroorzaakt door entero- of norovirussen.
Als je de griepprik hebt gehad, kan je geen griep meer krijgen.
Fabel. Vaccinatie tegen de griep helpt zeker, maar niet voor 100 procent. Elk jaar circuleren er weer nieuwe virussen en het kan zijn dat de prik nog niet beschermt tegen die nieuwe variant. Wie na het krijgen van een griepprik toch griep krijgt, heeft er vaak wel minder last van.
Vaker je handen wassen helpt voorkomen dat je griep krijgt.
Feit. Uit verschillende wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat vaker je handen wassen de beste manier is om je te beschermen tegen het griepvirus. Vochtdeeltjes waarin het griepvirus aanwezig is, kunnen via bijvoorbeeld deurklinken, kranen, mobiele telefoons en toetsenborden worden verspreid. Door vaker je handen te wassen heb je de minste kans op besmetting. Het is dan wel belangrijk dat je zeep gebruikt en dat je je handen afveegt aan een schone handdoek.
Mensen die griep hebben gehad kunnen vijf dagen later nog steeds besmettelijk zijn.
Feit. Mensen met griep zijn besmettelijk op de dag vóórdat de ziekteverschijnselen beginnen tot en met vijf dagen daarna. Na een paar dagen vermindert de besmettelijkheid wel.
Als je griep hebt, kun je het beste uitzieken in plaats van naar de huisarts gaan.
Feit. Bij de meeste mensen gaat de griep vanzelf weer over. Het heeft dan ook geen nut om gelijk naar de huisarts te gaan, omdat het vaak om een ‘onschuldig’ griepvirus gaat. Er is wel een kans dat er ernstige klachten ontstaan, waarmee je wel naar de huisarts moet gaan. Dit is het geval als je hoger dan 38 graden koorts hebt, of als de koorts langer dan vijf dagen aanhoudt. Ook moet je bij de huisarts aan de bel trekken als je bloed ophoest, de hoest langer dan twee weken aanhoudt, je langer dan zeven dagen last hebt van keelpijn, of de koorts weer terugkomt na een koortsvrije periode.
Als je in de winter een keer griep hebt gehad, kun je het niet nog een keer krijgen.
Fabel. Er zijn zo veel verschillende varianten van het griepvirus, dat er altijd een kans aanwezig is dat je besmet wordt met een andere variant dan het virus waardoor je eerst bent getroffen. Daarom wordt de griepprik ook jaarlijks weer aangepast aan de varianten die worden verwacht.