ALKMAAR - Wethouder Pieter Dijkman voert videogesprekken met ondernemers uit Alkmaar om te horen hoe zij ondernemen tijdens de coronacrisis. Waar worstelen ze mee en met welke creatieve oplossingen bieden ze de crisis het hoofd? Deze keer met Gerard Schokker van eetcafé De Walvis in De Rijp. Wethouder Dijkman is benieuwd hoe het hem de afgelopen tijd is vergaan en wat de toekomstverwachtingen zijn.

Eetcafé de Walvis, hoe zou u uw café omschrijven?
De Walvis zit al ruim vijftig jaar in De Rijp. Wat ooit is gestart als snackbar door Jan Vredevoort, is later als lunchroom en eetcafé gerund door diverse eigenaren, waaronder ook mijn schoonvader. Ik heb het nu bijna 10 jaar geleden gekocht van Dennis Blokdijk. Ik werk in de zaak samen met mijn vrouw en onze drie kinderen. We kunnen dus zeggen dat de hele familie er in heeft gezeten. De zaak heeft altijd goed gelopen. Ook wij hebben er tot nu toe een goede boterham in kunnen verdienen.

Hoe kijkt u terug op afgelopen maanden?
Dat het goed gaat, maar dat dat niet vanzelfsprekend is, ontdekten we ineens op 15 maart. Een bizarre situatie. Ik kwam die dag met vrienden teruggevlogen van de Algarve, toen we hoorden dat de zaak vanaf zes uur die avond dicht moest. Je vraagt af hoe lang duurt dit? In eerste instantie konden we niet anders dan afwachten, wachten op informatie van de overheid. Gelukkig kwamen we in aanmerking voor de verschillende tegemoetkomingen van onder meer salariskosten.

Heeft de coronatijd uw manier van ondernemen veranderd?
We zijn niet stil blijven zitten. Net als andere horeca-ondernemers in het dorp gingen we na enige weken over op afhaalmaaltijden. Voor ons geen kwestie van paniek, wij zijn dat van huis uit gewend. Nieuw was wel dat er uitsluitend telefonisch kon worden besteld en dat iedereen buiten moest blijven. Gelukkig mogen klanten nu ook weer naar binnen. Alleen kunnen we aan de tafels maar maximaal 10 in plaats van normaal 30 tot 40 gasten kwijt.

De terrassen zijn weer open, hoe gaat het bij u?
Ja gelukkig wel! Ik zie ook zoetjesaan de toeristen terugkeren. Fijne gasten, zeker de Duitsers, die houden van bier en lekker eten. We zijn dan ook erg blij met de verruiming van onze terras door de gemeente. Gedurende het zomerseizoen is het daarmee goed te doen, even afhankelijk van het weer natuurlijk. Wel ben ik, zolang de 1,5 meter van kracht blijft, benieuwd hoe dat straks gaat na de zomer. Ook dat moeten we afwachten.

Zijn er punten waar u tegen aanloopt?
Benieuwd ben ik nog wel hoe het nu gaat met de kermis. Met de collega-horecaondernemers in het dorp denken we dat het lastig wordt om bij de kinderattracties en horecagelegenheden alle papa’s en mama’s en opa’s en oma’s de 1,5 meter in acht te laten nemen. We hopen op een duidelijk besluit van de gemeente. Voorop staat in ieder geval dat we het virus onder controle krijgen.

Hoe is de samenwerking met horeca-ondernemers in de Rijp?
We zitten niet in zak en as, we hebben het hier redelijk voor elkaar met z’n allen. We gunnen elkaar als horeca-ondernemers het beste. Het dorp heeft een mooi uiteenlopend horeca-aanbod. Het zou jammer zijn als een bedrijf het door corona niet redt. De eerste prioriteit is uiteraard dat je zelf overleeft, maar wel graag samen met de rest.


Hoe ziet u de toekomst?
Positief. De Rijp is een prachtig dorp en als ook de buitenlandse toeristen weer terugkomen, dan komt het vast goed. Ook qua bedrijfsopvolging. Met een enthousiaste zoon en twee dochters, die ook niet stil zitten, zie ik de toekomst met vertrouwen tegemoet.