BERGEN - Het college van burgemeester en wethouders laat in een reactie op voortdurende uitspraken van fractievoorzitter Koos Bruin van Behoorlijk Bestuur Bergen (BBB) in de media nogmaals weten dat er geen enkel vermoeden is van niet integer handelen van medewerkers van de BUCH in de lijn van de zaak EvH. Daarom is er geen enkele verplichting om aangifte te doen. De uitspraken van de fractievoorzitter over het plegen van een ambtsmisdrijf zijn ongefundeerd en berusten op een verkeerde interpretatie van de wet (artikel 162 wetboek van Strafvordering).
De wet is duidelijk: de plicht tot aangifte geldt alleen indien de aangifteplichtige weet dat het feit zich heeft voortgedaan en in de redelijke veronderstelling verkeert dat dit feit kan worden gekwalificeerd als een (ambts)misdrijf. De norm die de fractievoorzitter hanteert, namelijk kennis hebben van een vermoeden, komt niet in de buurt van de norm die de wet voorschrijft. Het college verzoekt de fractievoorzitter zijn uitspraken in te trekken. De fractie van BBB beschadigt met zijn uitspraken geheel ten onrechte de medewerkers van Werkorganisatie de BUCH.
De melding die de fractievoorzitter van BBB bij de Rijksrecherche heeft gedaan, is daar nog steeds in onderzoek. Wij verlenen hieraan alle medewerking en het OM maakt te zijner tijd de uitkomsten van het onderzoek kenbaar.