ALKMAAR - Bouwbedrijf Oosterhof Holman hoeft de gemeente Alkmaar geen schadevergoeding te betalen van 1,3 miljoen euro na problemen met de Victoriebrug. Dat heeft de rechtbank Noord-Holland beslist. De gemeente meende dat het bouwbedrijf fouten heeft gemaakt bij de uitvoering van de brug, maar de rechtbank oordeelt dat de gemeente het bouwbedrijf een termijn had moeten stellen om eventuele fouten te herstellen.
Victoriebrug
Het bouwbedrijf kreeg in 2012 de gunning om in Alkmaar een beweegbare brug te bouwen bij de Helderseweg – Noorderkade en de partijen sloten daarover een overeenkomst. Na de bouw ontstonden problemen. Zo klemde de brug twee keer. De door het bouwbedrijf op de oevers aangelegde constructies waren aan het verzakken. De gemeente liet onderzoek uitvoeren. Daaruit kwam naar voren dat de constructie niet stabiel genoeg was en dat de damwanden van de oevers zouden bezwijken. In 2018 werd de brug voor langere tijd buiten gebruik gesteld. Inmiddels heeft een ander bedrijf de oevers verstevigd en is de brug weer in gebruik.
Volgens de gemeente is Oosterhof Holman tekort geschoten in de verplichting om een goede brug te ontwerpen en aan te leggen. Het bouwbedrijf had moeten doorrekenen of de oevers de verzwaring konden dragen die het werk met zich bracht. Dat heeft Oosterhof Holman niet gedaan. Doordat de brug is gaan verzakken, heeft de gemeente schade geleden, stelt de gemeente. De gemeente heeft de oevers en de op de oevers liggende aanlandingen van de brug moeten laten stabiliseren. De kosten hiervoor van 1,3 miljoen moeten volgens de gemeente voor rekening van Oosterhof Holman komen.
Oosterhof Holman meent dat de brug goed was. Dat de oever is gaan verzakken, komt door omstandigheden die niet aan het bedrijf toe te rekenen vallen. Zo heeft de gemeente zelf aanvullende gewapende grondconstructies aangebracht op de oever, met daarop nog een ophoging en infrastructuur. Dat leidde tot een veel grotere belasting op de oevers en houten damwanden. Ook hebben er nabij de oever uitgebreide heiwerkzaamheden plaatsgevonden voor de bouw van een complex op het voormalige Vegro-terrein. Uit niets blijkt dat eventuele onjuistheden in de berekening van de aanlandingen tot instabiliteit van de oeverconstructies hebben geleid, vindt Oosterhof Holman.
Oordeel rechtbank
Omdat herstel nog mogelijk was, moest de gemeente Oosterhof Holman eerst in de gelegenheid stellen dit herstel zelf uit te voeren. Dat heeft de gemeente niet gedaan. Zij heeft direct een andere partij ingeschakeld. De gemeente meent dat dat kon omdat zij uit de houding van Oosterhof Holman mocht afleiden dat Oosterhof Holman niet zou herstellen. De rechtbank oordeelt echter anders: Oosterhof Holman en de gemeente waren tot begin 2018 in goed overleg over de situatie. Daarna is de gemeente plots een andere weg ingeslagen. Zonder overleg met Oosterhof Holman heeft zij rapporten laten opstellen en heeft zij een ander bedrijf opdracht tot herstel gegeven. Bij deze gang van zaken hoefde het Oosterhof Holman niet duidelijk te zijn dat de gemeente nog iets van haar verwachtte. Van een afwijzende houding van Oosterhof Holman is dan ook onvoldoende gebleken.
Omdat de gemeente Oosterhof Holman geen gelegenheid heeft gegeven voor herstel en Oosterhof Holman ook niet op andere wijze in verzuim is geraakt, wijst de rechtbank de vorderingen van de gemeente af. Daar komt nog bij dat in deze zaak ook niet door een neutrale deskundige is vastgesteld dat Oosterhof Holman het werk niet goed heeft opgeleverd.